
De Bosch Hockenheim Historic, ook wel bekend als de Jim Clark Revival vanwege de datum rondom de dodelijke crash op Hockenheim van de F1-legende, trok ook dit jaar weer een behoorlijke Nederlandse delegatie waarbij met name de YTCC hofleverancier was van racende landgenoten. AUTOSPORT.NL stond in de paddock en langs de baan en keek uiteraard ook naar de activiteiten van onder meer de FHR, BOSS en HRA.
Tekst: Mattijs Diepraam Foto's: Carlo Senten

En niet te vergeten de HSCC, dat naar het vasteland was gekomen met haar Formule 2-veld. Dat wil zeggen, 'komen' verreweg de meeste Britten waren door Brexit niet van de partij. Dit is de winnende Ralt RT1 van Thomas Amweg in een veld van 14 auto's met voornamelijk een continentale thuisbasis.

Wolfgang Kaufmann werd met zijn March 782 tweede in de eerste race, maar haalde in de tweede wedstrijd het einde niet. Achter hem nog een 782, die van Matthew Watts, een van de weinige Britten die wel een carnet voor zijn F2 had geregeld. Het is in het post-coronatijdperk pas goed te zien hoe dramatisch de politieke beslissing van één Europees volk uitpakt voor een hele sport.

Hier hetzelfde duo op de baan.

Mark Charteris waagde vanuit Engeland de sprong wel en gunde de grid wellicht de mooiste F2-auto van allemaal: de March 742. Zijn auto wordt ingeklemd door de Zwitserse teamgenoten Robert Simac (March 712M) en Luciano Arnold (Brabham BT36).

Ook door Brexit aangedaan: de Lurani Trophy, de Europese tegenhanger van het Britse Formule Junior-kampioenschap, dat dit jaar net als de historische F1 en sportscars van Masters zonder FIA-status verdergaat. Beide kampioenschappen worden overigens georganiseerd door dezelfde Britse Formula Junior Historic Racing Association, zodat ook aan de continentale versie altijd volop Britten meedoen. Of eerder gezegd, meededen, want ook hier was het gros van de 25 deelnemers van het vasteland afkomstig. Hier bij de start van de eerste race was het even slikken toen Marco Werner zijn armen omhoogstak in zijn Lotus 22.

Maar het liep gelukkig goed af. In twee zinderende duels om de leiding wist Roberto Tonetti in zijn Brabham BT6 evenzovele malen zijn landgenoot Manfredo Rossi (Lotus 22) te verslaan.

Daar pakt Tonetti het eerste zwartwitgeblokt.

Vanaf achteraan startend revancheerde Werner zich door in de tweede race op te stomen naar de vierde plaats.

Na afloop dankte hij het publiek voor de toejuichingen.

Een van de apartste FJ's in het veld: de Envoy van Christian Lange.

Altijd van de partij in zijn Alexis HF1, waar de race ook wordt verreden: 'Mister Formula Junior' Duncan Rabagliati. Maar dat moet ook wel als je samen met dochter Sarah Mitriké de organisator van het hele spul bent.

Pech voor Hans Hillebrink in zijn Lotus 20.

De Zweed rijdt ook bij gelegenheid mee met Historic Monoposto Racing en fungeerde regelmatig als FIA-steward.

Even appen met de missus om door te geven waar je blijft...

Nee, hier is geen sprake van een geëlektrificeerde Formule Junior...

Het afgeplakte FHR-startnummer zegt genoeg: ook de Elva 100 van Hans-Günther Leidig hoefde het Kanaal niet over te steken.

Die hier achter zijn katheder (okee, campingtafeltje) een workshop Formule Junior lijkt te geven.

De relatieve nieuwlichterij van het weekend kwam voor rekening van de Lotus Cup Europe, dat met Evora's, Exiges en Elises streed om twee overwinningen.

Stijlvolle trailer en Mercedes-bus bij Ohlinger Classic.

Net als bij de Oldtimer Grand Prix is ook de catering met retro-sfeer altijd goed verzorgd.

Niet alleen Nederlandse coureurs waren van de partij op Hockenheim, deze vlag een Nederlandse uitvinding tenslotte geeft tegenwoordig bijna elk circuit een vaderlands tintje.

En dat geeft zware apparatuur zoals dit veilig de ruimte.

En daarna mogen ze weer, in dit geval de formuleauto's van de HRA, de F3- en Formule Ford-club van Marcel Biehl. Hier voert de Dallara-Alfa Romeo F387 van Heinz Lange een reeks F3's aan.

En als de vlaggen zijn weggestoken, is het tijd voor een laat ontbijt...

Biehl reikt na afloop de prijzen uit aan de winnaars: Stephan Lechine in een Reynard-VW Spiess 389, Frédéric Rouvier in een March-Toyota Novamotor 783 en Elio Cocciarelli in een Ralt-Alfa Romeo Novamotor RT3/84.

Ook prijzen voor de klassewinnaars uiteraard, in een prettige variatie aan chassis, motoren en de daarvoor verantwoordelijke tuners die we deze zomer ook zullen terugzien op de FIA Historic Formula 3 European Cup op Zandvoort.

Nog meer formuleauto's uit zo grofweg hetzelfde tijdperk werden op de baan gebracht door de Historische Formel Vau Europa. Geen races voor deze klasse in plaats daarvan bepaalde een regelmatigheidstest de winnaar.

Een knus Vee-hoekje op de paddock. 'Ex M. Schurti' vermeldt de middelste Vee vol trots.

De variatie in het Formel Vau-veld was weer om te watertanden. Dit is de Karringer HK1300 van Joachim Schmidt.

Een van de modernste Vees in het veld, je zou bijna zeggen dat het een F3 was: de Tatuus RMS Jet 2 van Tom Eder.

Kwisvraag: welke gemeenschappelijke factor bindt de auto's in dit FHR-veld dat onder de titel 'CanAm + SportsCars' van start gaat? Alleen foute antwoorden op een briefkaart, want een goed antwoord hebben wij nog niet kunnen bedenken! (En o ja, die CSL daar achteraan, die was van prins Leopold von Bayern, met 'Poldi' zelf achter het stuur. Of 'Drehopold', zo u wilt.)

Vierde en derde in die races: de Lola T210 van Wolfgang Henseler.

Die beide races tegen de passie van Ingo Putz moest aankijken, want die werd derde en tweede.

Het CanAm-kanon dat de tweede race domineerde: de Lola T310 van Georg Hallau.

Het blijft leuk, die traditie die ooit door Dan Gurney is geïntroduceerd.

Altijd een leuke mix van open en coupé in de Gentle Drivers Trophy van de FHR voor sportwagens uit de jaren vijftig en zestig. Hier wijkt de Lotus 23B van Georg Hallau even van het juiste pad af.

Hier staat hij nog netjes klaar voor de start.

Altijd een stevige tegenstander voor Hallau en die andere 23B van Felix Haas: de Lotus 11 van Markus Jörg. We willen intussen allemaal wel zo'n liefkozend helmklopje.

Caroline Rossi had haar Austin Healey 3000 ingeschreven voor deze trofee.

Ze werd zevende in de eerste race en vijfde in de tweede.

Serieus waar: de Super van Evelin Ludwig droeg het startnummer 911.

Met z'n allen door het stadion.

Met 54 auto's had de YTCC weer een afgeladen en uitverkocht veld, tot grote tevredenheid van mede-organisator Ig de Bakker.

En dit was de snelste van de hele boel: de McLaren MC1 van Walter Hoffmann.

Daar vertrekt die helse machine de eerste bocht in.

Nog meer pk-geweld: Peter Mücke in de Zakspeed Capri Turbo, die zijn rijtijd verviervoudigde door de YTCC te combineren met de FHR CanAm + SportsCars.

Het andere uiterste: hoe lang zal Bart Lemaire in zijn Trabant 601 RS nog de aanstormende Porsche 911 Carrera RS van Tommy Olsen voorblijven?

Wie hij in de laatste van drie races wél voorbleef: Albert Westerhuis in de andere Trabant. De eerste zege van Lemaire in hun onderlinge Trabbi-strijd was een feit.

In de eerste twee wedstrijden bleef Westerhuis nog nipt voor.

Willem van der Veen komt binnen in zijn Volvo 360.

Meer dan 50 auto's die zich opstellen: Randall Lawson was er blij mee.

Zet 'm daar maar neer.

Een interessante interpretatie van het begrip 'riding mechanic'...

Hakan Karanca, voorheen PG Motorsport, voorzag diverse Porsche-rijders op de paddock van advies.

Ruben de Bruijn bij zijn Bandeko-Kadett.

Een auto die nog altijd een big smile oplevert en dat past goed bij een raceklasse met als motto 'Smile, it makes you faster'.

De prijsuitreiking: altijd een van de leukste onderdelen in een YTCC-weekend.

Speciaal Moederdagpodium voor de dames in de verwachting: mevrouw Nowak hoeft nog maar een week.

En na de race geniet je van het voorjaarszonnetje.

Group C plus de GT-tijdgenoten op Hockenheim: de fans smulden ervan. Hier Daniel Schrey in zijn Kremer Porsche.

Niet te stuiten was de Porsche 962 van de Deen Lars Erik Nielsen, vaardig op de baan gebracht door Farnbacher.

Tenminste, als Michael Lyons het niet op een heupen kreeg.

Want zijn pas gerestaureerde Gebhardt JC843 kreeg in de tweede race de winst in handen, nadat Lyons in de eerste race al Nielsens grootste plaaggeest was.

Michiel Campagne reed in zijn Spice SE92 naar de tweede plaats, nadat hij in de eerste race vierde was geworden achter de SE90 van Tony Sinclair.

Twee Gebhardts telde het veld zelfs, want Marco Werner bracht deze C88 in Momo-kleuren mee. De auto kwam in de eerste race zeven ronden ver en startte de tweede niet.

Baas boven BOSS: de Benetton B197 van Philip Stratford. Vooral qua uiterlijk dan, want de auto kwam in de races niet ver.

Het werk zit erop, ook voor Daniel Schrey. De handschoenen kunnen uit.

We nemen afscheid met deze vlammende plaat van de March 782 van Matt Wrigley en kijken alweer uit naar het volgende raceweekend: de Grand Prix de Monaco Historique! |